Dakdekkers
Vader en zoon zijn beiden dakdekker. Op een dag moeten ze het dak van de kerk in hun eigen dorp bedekken. Ze beginnen ‘s ochtends vroeg en als het 12 uur is besluiten ze om thuis te gaan eten. Vader glijdt uit en blijft aan de grote wijzer van de klok hangen, zoon gaat rustig naar huis.
Thuisgekomen vraagt zijn moeder: "Waar is je vader?"
Zoon: "Pa? Oh, die komt om half 1.."