Een klein ventje loopt een bar binnen. Met veel moeite hijst hij zichzelf op een barkruk en vraagt hij de barman om een wijntje (met hoge stem): "Mag ik een wijntje barman?"

De grote barman lacht het kleine manneke in zijn gezicht uit. "Je krijgt hier pas een borrel als je er als een echte man om vraagt!" Teleurgesteld verlaat het ventje het etablissement. Eenmaal thuis, knaagt het gebeuren nog steeds aan hem. Hij loopt naar de spiegel en zet een stoer gezicht op. Vervolgens begint hij te oefenen voor de spiegel: "Mag ik een wijntje barman (hoge stem)?

Mag ik een wijntje barman (minder hoge stem)?

Mag ik een wijntje barman (normale stem)?

Mag ik een wijntje barman (lichtzware stem)?

Mag ik een wijntje barman (zware stem)?’

Vol zelfvertrouwen loopt het ventje met opgeheven schouders en opgetrokken kin dezelfde bar binnen en slaat hij gedecideerd op de bar. De barman kijkt meteen om. Met zware stem vraagt het ventje:

"Mag ik een wijntje barman?"

"Uiteraard meneer!" antwoord de barman, "rood of wit"?

(Met hoge stem:) "Verdomme! Kan ik weer naar huis om te oefenen!"